is 14 jaar en zit in 3 havo. Hij vindt gamen, films kijken en fietsen leuk. Martin heeft een paar maanden geleden een suïcidepoging gedaan.
“Sinds de basisschool (groep 4) heb ik moeite met mijzelf. Op school werd ik gepest, dus ik had een hekel aan school. Ik voelde mij niet veilig daar. Het was dan ook één van de redenen waarom ik niet goed in mijn vel zat. Maar het was niet de enige reden. Ik ben al vroeg naar een kindercoach gegaan, maar dat heeft eigenlijk nooit echt geholpen. Ik maakte mijzelf doodziek, waardoor ik soms zelfs geen stem meer had. Mijn geest maakte mij lichamelijk ziek.
Op de middelbare school ben ik steeds verder weggezakt. Ik zat met gevoelens die ik niet begreep en waar ik niks mee kon. Ik had nauwelijks contact met leerlingen in mijn klas omdat ik mijzelf steeds ziek maakte en daardoor veel op school mistte. Daar kreeg ik dan stress van, waardoor het mentaal weer slechter ging. Ik mistte daardoor ook alle sociale momenten en raakte in een isolement. Ik was geen onderdeel meer van de klas. En zo zat ik in een negatieve vicieuze cirkel. Dat is nog steeds aan de hand. Ik heb nu proefwerkweken en dan word ik steeds voor een proefwerk ziek van de stress. School is heel belangrijk voor mij en ik wil het heel graag goed doen.
Daarnaast is licht autisme bij mij vastgesteld. Ik denk anders dan andere kinderen en dat maakt de communicatie met leeftijdsgenoten en docenten soms wat lastiger.
Ik loop mijn hele leven al op mijn tenen. Letterlijk. Ik heb dan ook enorm gespierde kuiten. Dat was ook één van de redenen waarom ik vroeger werd gepest. Als je anders loopt, valt dat wel op. Altijd op je tenen lopen is natuurlijk niet heel goed. Ik kon ook niet meer normaal staan; ik stond altijd op mijn tenen. Sinds enige tijd ben ik bezig met herstel. Ik heb gips gehad en fysiotherapie en nu heb ik speciale zooltjes waardoor ik normaal kan lopen.
Tijdens de lockdown werd er door de GGZ een onderzoek gedaan waarbij werd gekeken hoe het met scholieren ging. Daarbij kwam naar boven dat het niet zo best met mij ging en ik werd meteen doorgestuurd naar een psycholoog en later is daar ook een psychiater bij gekomen. Sindsdien krijg ik medicijnen. Desondanks werd het afgelopen jaar wel heel erg donker bij mij, ik was heel ver weggezakt. Toen heb ik een poging gedaan.
Wat mij helpt is afleiding. Zoveel mogelijk. Dingen doen. Leuke dingen, stomme dingen, als ik maar bezig blijf. Als ik maar bezig blijf gaat het ok. Als ik niks doe, kom ik met mijn gedachten op een nare plek. Sinds mijn poging gaat het wisselend met mij. Het is nog instabiel. Het ene uur ben ik heel blij, het volgende uur ben ik opeens heel ver weggezakt. Dat zal een blijvend iets zijn. Maar over het algemeen gaat het beter met mij en ben ik blij dat mijn poging niet is gelukt.
Als ik niks doe, kom ik met mijn gedachten op een nare plek.
Het zou heel erg helpen als dit onderwerp door iedereen geaccepteerd zou worden en de taboe eraf gaat. Dat erover gepraat kan worden met leeftijdsgenoten zonder dat je wordt uitgelachen of dat je als minder dan de ander wordt beschouwd. Het onderwerp wordt nu liever ontweken. Dat is jammer, want het gesprek helpt juist.
Het gesprek met volwassenen gaat prima, vooral met mijn ouders. Zij zijn heel open en met hen kan ik alles bespreken en kan ik volledig mezelf zijn. We hebben een hele goede band gelukkig. Maar docenten op school geven aan dat ze het onderwerp te ingewikkeld vinden en er niks mee kunnen. Dat vind ik heel jammer, want daardoor wordt er in de klas dan ook niet over gepraat.
Sinds mijn poging ga ik naast school naar een dagbesteding waar jongeren komen die allemaal ‘iets’ hebben. Ze hebben allemaal moeite om op school aansluiting te vinden. Sommige zijn hyperactief, anderen zijn zwaarmoedig of wat dan ook. Daar doen we hele leuke dingen als sporten, multimedia, muziek maken. Dat is echt heel leuk en daar kan ik volledig mezelf zijn. Want iedereen is anders en niemand kijkt raar op als iemand iets raars doet.
Mensen willen altijd een aanwijsbare reden waarom iemand depressief is, maar die is er gewoon niet altijd. Je kunt je ook slecht voelen zonder dat er iets aan de hand is. Ik kan mij opeens slecht voelen terwijl ik iets leuks aan het doen ben met mensen die ik aardig vind. Ik kan mij door één ding wat iemand zegt of doet opeens heel rot voelen. Het voelt meer als een ziekte.
Mensen willen altijd een aanwijsbare reden waarom iemand depressief is, maar die is er niet altijd.
Social media helpt ook niet. Iedereen laat zien hoe gelukkig ‘ie is en hoe perfect alles gaat. Als jij dat niet laat zien, dan ben je anders of minder. Ik weet heus wel dat dat perfecte plaatje niet klopt, maar toch.
Later wil ik in de politiek. Ik heb zeer uitgesproken ideeën over hoe het met Nederland verder zou moeten. Ik vind politiek heel interessant en debatteren vind ik heel erg leuk.
Misschien ga ik zelfs wel mijn eigen partij oprichten.”
Naam en foto zijn aangepast.